Fysiotherapie

Blood flow restriction en fysiotherapie

Blood-flow restriction en fysiotherapie

Blood flow restriction (BFR) is een relatief nieuwe trainingsmethode. Bij deze trainingsmethode wordt er gebruik gemaakt van een cuff, wat lijkt op de tourniquet van een bloeddrukmeter. Deze cuffs kunnen aangebracht worden onder de oksels of hoog in de lies. Wellicht heb je er wel eens van gehoord, maar in deze blog leggen we je alles uit over het gebruik en de wetenschappelijke literatuur van BFR.

Blood flow restriction training

BFR, ook wel occlusie genoemd is als eerst ontstaan in de jaren 1960 in Japan en staat bekend als KAATSU training (1). Er wordt hierbij gebruik gemaakt van een zogeheten cuff (tourniquet) proximaal van de spier die getraind moet worden (zie afbeelding). De cuff kan geplaatst worden bij zowel de bovenste extremiteiten als de onderste extremiteiten. De cuff wordt volgepompt met lucht naar een specifieke druk om partiële arteriële en volledige veneuze occlusie te genereren. De patiënt wordt dan gevraagd om een oefening met weerstand bij een lage intensiteit van 20-30% van de 1RM uit te voeren met veel herhalingen (15-30) per set met weinig rustpauze tussen iedere set (30 seconden) (2).

In Amerika wordt er al veel gebruik gemaakt van BFR door fysiotherapeuten. Zowel bij de revalidatie van een blessure of na een operatie kan blood flow restriction training ingezet worden. Na een operatie kan spierafname tegengegaan worden door middel van BFR-training. Deze trainingsmethode bevorderd hypertrofie en kracht, terwijl er getraind wordt op een lage belasting in plaats van conventionele training met een belasting van 75%. Hierdoor worden gewrichten en pezen minder belast, maar wordt de spieraanmaak en spierkracht gestimuleerd. Er wordt hierdoor meer metabole stress gecreëerd dan mechanische stress. Ook kan deze trainingsmethode ingezet worden bij normale krachttraining voor het bevorderen van de spieromvang.

occlusietraining

Waarom blood-flow restriction?

Het is aangetoond dat blood flow restriction training zinvol is voor het vergroten van spiermassa bij getrainde en ongetrainde atleten, revaliderende personen na een operatie en personen met artrose. Ook is gebleken dat BFR positieve effecten heeft op het uithoudingsvermogen, maximale spierkracht, balans en mobiliteit. In recente studies is aangetoond dat occlusietraining de botaanmaak kan bevorderen. Zit je in het gips? Zelfs dan kan je trainen en gebruik maken van blood flow restriction. Deze trainingsmethode zorgt voor het aanmaken van osteoblasten die de aanmaak van bot stimuleren na een fractuur of operatie!

Voor de fysiotherapie is het vooral belangrijk om patiënten na een operatie weer snel op de been te krijgen. Door het aanbieden van BFR training kan de revalidatie versneld worden en kan de patiënt sneller terugkeren naar het werk of naar de sport.

Hoe werkt BFR?

Zoals de naam al zegt is het een manier van trainen waarbij de toevoer, maar vooral de afvoer van bloed afgesloten wordt. Dit zorgt voor een lokaal tekort aan zuurstof in de spier, wat resulteert in een tekort aan stoffen voor energieproductie. Door deze afsluiting, stapelen er zich afvalstoffen op in de spieren. Hierdoor komen lactaten en metabolieten vrij. Deze metabole stress zorgt voor een afgifte van anabole hormonen door de hypothalamus. Door deze anabole hormonen worden spiergroei en de aanmaak van bot bevorderd. Dit is de reden dat occlusietraining voor hypertrofie en botaanmaak zorgt.

Conclusie

Blood flow restriction training is tijdens postoperatieve revalidatie van groot belang. Zo kan er al vroeg in de revalidatie redelijk zwaar getraind worden zonder het gewricht te zwaar te belasten, maar wel om de spieropbouw en spierkracht te bevorderen. Een vergroting van spiermassa en verbetering van spierkracht zorgt voor verbetering van kniefunctie na een voorste-kruisband reconstructie.

Bronnen:

  1. Verkregen via: https://www.sportsmed.org/AOSSMIMIS/members/downloads/SMU/2017Spring.pdf
  2. Pope ZK, Willardson JM, Schoenfeld BJ. Exercise and blood flow restriction. The Journal of Strength & Conditioning Research. 2013 Oct 1;27(10):2914-26.